Betaal achteraf binnen 30 dagen
Retourneren tot wel 60 dagen later
Voor 19:00 besteld, dezelfde dag verzonden
Gratis verzending vanaf 49,-
Fitting
Dimensies

Installatiemateriaal

Het installatiemateriaal voor railverlichting vormt de fundering van elk flexibel verlichtingssysteem. Een correcte selectie en montage van deze componenten zorgen voor een betrouwbare en aanpasbare lichtoplossing. Of het nu gaat om een winkelinrichting, kantoorruimte of een galerij, de juiste railcomponenten maken het mogelijk om verlichting nauwkeurig te plaatsen en te richten, wat bijdraagt aan de functionaliteit en uitstraling van de ruimte.

5 producten
Filters
Fitting
Dimensies
Winkelwagen

Je winkelwagen is leeg.

Geen idee waar je moet beginnen? Probeer deze categorieën eens:

Totaal Inclusief BTW
0,00
  • Betaal achteraf binnen 30 dagen
  • Retourneren tot wel 60 dagen later
  • Voor 19:00 besteld, dezelfde dag verzonden
  • Gratis verzending vanaf 49,-

De bouwstenen van een railverlichtingssysteem

Een compleet railverlichtingssysteem bestaat uit verschillende onderdelen die samenwerken om de stroomtoevoer en positionering van railspots te verzorgen. Het kiezen van de juiste onderdelen is afhankelijk van het gewenste aantal lichtgroepen en de lay-out van de ruimte.

Railprofielen: de basis voor flexibele verlichting

Railprofielen zijn de dragers van het systeem. Ze zijn verkrijgbaar in diverse lengtes en kleuren. Er wordt onderscheid gemaakt tussen 1-fase en 3-fase rails:

  • 1-fase rail: Deze rails bieden één stroomcircuit en zijn geschikt voor situaties waar alle aangesloten armaturen gelijktijdig aan of uit moeten. De installatie is doorgaans eenvoudig en lineair.
  • 3-fase rail: Deze variant is opgedeeld in drie afzonderlijke stroomcircuits. Dit geeft de mogelijkheid om meerdere groepen armaturen onafhankelijk van elkaar te schakelen of te dimmen, wat een hoge mate van controle biedt over de verlichting in verschillende zones van een ruimte. Dit is vaak de voorkeurskeuze voor commerciële toepassingen.

De profielen worden direct aan het plafond bevestigd, of met behulp van pendels voor een verlaagde installatie.

Voedingsconnectoren: stroomtoevoer naar het railsysteem

Om het railsysteem van stroom te voorzien, wordt een voedingsconnector gebruikt. Deze verbindt de elektriciteitskabel van het stroomnet met de rail. Er zijn verschillende typen:

  • Eindvoeding: Dit type wordt aan het begin of einde van een railprofiel geplaatst.
  • Middenvoeding: Deze connector wordt gebruikt om stroom in het midden van een langer railsysteem in te voeren, of om twee railprofielen te verbinden en tegelijkertijd van stroom te voorzien.

Bij 3-fase systemen is het aansluiten van de voedingsconnector met een vijfaderige elektriciteitskabel van belang, waarbij L1, L2 en L3 de afzonderlijke fases vertegenwoordigen, naast de nul- en aarddraad.

Koppelstukken: het creëren van diverse lay-outs

Koppelstukken zijn onmisbaar om railprofielen met elkaar te verbinden en de gewenste vorm van het railsysteem te realiseren. Deze adapters zorgen voor zowel de mechanische als elektrische verbinding tussen de railsegmenten.

Een cruciaal aspect bij koppelstukken is de aanduiding van de aardingspositie met een 'L' (links) of 'R' (rechts). Om een functioneel systeem te creëren, dient een koppelstuk met een 'L' aardingszijde altijd gevolgd te worden door een koppelstuk met een 'R' aardingszijde, en vice versa. Dit garandeert de correcte elektrische continuïteit en veiligheid.

Veelvoorkomende koppelstukken omvatten:

  • Rechte koppelingen: Verbinden twee rails in een rechte lijn.
  • Hoekstukken: Maken een bocht van 90 graden mogelijk.
  • T-stukken: Hiermee kan een zijtak vanaf een hoofdrail worden gecreëerd. Deze hebben één aardingszijde die één keer voorkomt en twee die meerdere keren voorkomen (L-R-R of R-L-L). De stroom komt binnen via de unieke zijde en splitst zich in twee richtingen.
  • Kruisverbindingen (X-stukken): Voorzien in vier aansluitpunten, waarbij twee parallelle stroomlijnen worden gecreëerd. Een X-connector ondersteunt geen drie richtingen, maar twee onderling verbonden lijnen.

Na de installatie van de rails en koppelstukken dienen de open uiteinden van de rails te worden afgedekt met afsluitkapjes. Dit draagt bij aan de veiligheid en een nette afwerking van het systeem.

Stapsgewijze installatie van een railverlichtingssysteem

De installatie van een railverlichtingssysteem vergt precisie, maar is met de juiste aanpak goed uit te voeren. Hier volgt een praktisch stappenplan:

  1. De stroom uitschakelen: Begin altijd met het uitschakelen van de hoofdstroom in de meterkast en controleer met een spanningsmeter of de stroom daadwerkelijk uitgeschakeld is. Dit is een noodzakelijke veiligheidsmaatregel.
  2. De lay-out bepalen en aftekenen: Bepaal de exacte positionering van de rails op het plafond of de wand. Teken de boorgaten nauwkeurig af met een potlood, rekening houdend met de lengte van de railprofielen en de posities van de koppelstukken en voedingspunten. Zorg voor voldoende bevestigingspunten om het gewicht van de rails en armaturen te dragen.
  3. Boorgaten maken en pluggen plaatsen: Boor de gaten op de afgetekende posities met een geschikte boor (doorgaans 6 mm voor standaard pluggen). Plaats vervolgens de passende pluggen in de boorgaten.
  4. De railprofielen monteren: Bevestig de railprofielen met schroeven stevig aan het plafond of de wand. Zorg ervoor dat de rails waterpas hangen voor een strakke uitstraling.
  5. De voedingsconnector aansluiten: Bevestig de voedingsconnector op de gewenste plek aan de rail. Sluit de elektriciteitsdraden (bruin voor fase, blauw voor nul, geelgroen voor aarde, en eventueel extra fases L2, L3 voor 3-fase systemen) van het stroomnetwerk aan op de juiste klemmen in de voedingsconnector. Zorg dat alle verbindingen stevig zijn vastgezet.
  6. Koppelstukken plaatsen: Als het systeem uit meerdere railsegmenten bestaat, monteert u de koppelstukken tussen de profielen. Let hierbij nauwkeurig op de 'L' en 'R' markeringen van de aardingszijden om een correcte elektrische verbinding te garanderen.
  7. Afsluitkapjes aanbrengen: Plaats aan de open uiteinden van de rails de afsluitkapjes. Dit is belangrijk voor de veiligheid en een esthetische afwerking.
  8. Stroom inschakelen en testen: Nadat alle componenten correct zijn gemonteerd, schakelt u de stroom weer in en test u de functionaliteit van het railverlichtingssysteem.

Overwegingen voor een functionele railverlichting

Naast de basismontage zijn er enkele aanvullende overwegingen die de functionaliteit en levensduur van uw railverlichtingssysteem kunnen beïnvloeden.

Capaciteit en maximale belasting

Elk railsysteem heeft een maximale elektrische belasting die het kan dragen. Het is belangrijk om het totale wattage van alle aangesloten railspots en eventuele andere apparatuur niet boven deze grens uit te laten komen. Raadpleeg altijd de specificaties van de railprofielen en de voedingsconnector om overbelasting te voorkomen. Een overzicht van de maximale belasting kan vaak in de technische documentatie van het product gevonden worden.

Integratie met DALI en andere besturingssystemen

Voor geavanceerde lichtregeling, zoals gedetailleerd dimmen en het creëren van complexe lichtscenario's, kan railverlichting worden geïntegreerd met systemen zoals DALI (Digital Addressable Lighting Interface). Dit vereist specifieke DALI-compatibele railspots en eventueel DALI-modules of -drivers die in of bij de rail worden geplaatst. De bekabeling voor DALI-besturing loopt doorgaans naast de stroomvoerende geleiders in de rail of via aparte bedrading.

Afstand tussen spots en optimale lichtspreiding

De afstand tussen de railspots is mede afhankelijk van de lichtopbrengst (Lumen) van de spots en de gewenste verlichtingssterkte op het te verlichten oppervlak. Voor armaturen met een lichtopbrengst boven 1200 Lumen wordt doorgaans een afstand van ongeveer drie vierkante meter per spot aanbevolen. Bij spots boven 1800 Lumen kan deze afstand oplopen tot vier vierkante meter per lichtbron om een gelijkmatige basisverlichting te bereiken. Voor accentverlichting kunnen spots dichter op elkaar worden geplaatst.

Montagehoogte van het railsysteem

De montagehoogte van de rails is van invloed op de waargenomen ruimte en de effectiviteit van de verlichting. Een hoogte van 2,40 tot 3 meter boven de vloer is vaak functioneel. Aangezien de railspots zelf een hoogte van 20 tot 30 cm innemen, resulteert dit in een comfortabele lichthoogte.

Met de juiste kennis en materialen is het opzetten van een robuust railverlichtingssysteem een helder proces. De flexibiliteit die deze systemen bieden, maakt ze een geschikte keuze voor veel omgevingen waar dynamische en aanpasbare verlichting nodig is.