Aansluitklemmen

Welke soorten aansluitklemmen zijn er?

Er bestaan verschillende typen aansluitklemmen, elk met specifieke toepassingen en voordelen. De meest gangbare zijn:

Lasklemmen (steekklemmen)

Lasklemmen, vaak ook steekklemmen of Wago klemmen genoemd, zijn een moderne en zeer populaire keuze voor het snel en veilig verbinden van draden. Ze vereisen geen gereedschap voor de meeste toepassingen en bieden een eenvoudige "push-in" of "hendel"-mechanisme om de gestripte draad stevig vast te zetten. De doorzichtige behuizing maakt visuele controle van de verbinding mogelijk, wat de veiligheid verhoogt. Ze zijn beschikbaar voor diverse draaddiktes en typen, inclusief massieve, soepele en fijndradige geleiders, afhankelijk van het model (bijvoorbeeld Wago 221 serie voor alle draadtypen).

Kroonsteentjes

Kroonsteentjes zijn de traditionele verbindingsmethode en bestaan uit een plastic of keramische behuizing met metalen klemmen die met schroefjes de draden vastzetten. Hoewel ze breed bekend zijn, worden ze tegenwoordig minder aanbevolen voor permanente installaties, vooral bij massieve VD-draad. Ze zijn echter nog steeds bruikbaar voor soepele draden, bijvoorbeeld bij het aansluiten van een lamp, mits voorzien van een adereindhuls om rafelen te voorkomen. Meerdere draden onder één schroef is niet veilig en dient vermeden te worden.

Schroefklemmen

Schroefklemmen zijn robuuste klemmen waarbij een schroef direct de draad vastklemt. Deze bieden een zeer sterke verbinding en zijn geschikt voor hoge stromen en grotere draaddoorsneden. Ze vereisen een goede aandraaiing met gepast gereedschap en kunnen in omgevingen met veel trillingen periodiek nagekeken moeten worden.

Waar moet u op letten bij het gebruik van aansluitklemmen?

Een correcte installatie van aansluitklemmen is cruciaal voor de veiligheid en betrouwbaarheid van uw elektrische installatie.

Schakel altijd de stroom uit

Voordat u begint met het werken aan elektrische bedrading, is het absoluut noodzakelijk de stroom uit te schakelen bij de hoofdschakelaar of de betreffende groep in de meterkast. Controleer met een spanningsmeter of de draden spanningsvrij zijn. Dit voorkomt schokken en kortsluiting.

Strip de draden correct

Strip de isolatie van de elektriciteitsdraad tot de aanbevolen lengte voor de specifieke aansluitklem, meestal tussen de 9 en 13 mm. Te kort strippen leidt tot onvoldoende contact, te lang strippen kan een risico op kortsluiting vormen doordat blootliggend koper zichtbaar blijft buiten de klem. Bij soepele of fijndradige geleiders is het raadzaam om een adereindhuls te gebruiken voor een betere en veiligere verbinding.

Kies de juiste klem voor het draadtype en de doorsnede

Niet elke klem is geschikt voor elk draadtype (massief, soepel, fijndradig) of elke draaddoorsnede (uitgedrukt in mm² of AWG). Controleer altijd de specificaties van de klem om te zorgen dat deze compatibel is met de te verbinden draden. Gebruik bijvoorbeeld geen standaard lasklemmen voor soepele draden zonder adereindhulzen, tenzij de klem specifiek voor soepele draden is ontworpen.

Installatie binnen een geschikte behuizing

Elektrische verbindingen moeten altijd beschermd zijn tegen externe invloeden zoals stof en vocht. Conform de NEN 1010-norm moeten verbindingen van geleiders altijd plaatsvinden in een geschikte lasdoos, inbouwdoos, kabeldoos of een andere goedgekeurde behuizing die voldoet aan de vereiste IP-waarde (voor buiten of vochtige ruimtes). Het is niet toegestaan om blote aansluitklemmen buiten een dergelijke behuizing te gebruiken.

Controleer de verbinding

Nadat u de draden heeft aangesloten, trekt u zachtjes aan de draden om te controleren of deze stevig vastzitten in de klem. Bij doorzichtige lasklemmen kunt u visueel controleren of de gestripte draad tot aan de aanslag is ingevoerd en geen blootliggend koper buiten de klem zichtbaar is.